<data:blog.pageTitle/>

Marche du Printemps : Les Sans-Soucis Ghlin (60km)

Thulin, een deelgemeente van Hensies, ligt in de provincie Hainaut halverwege tussen Mons en Valenciennes. De tocht zou ons doorheen het mooie “Parc Naturel des Haut-Pays “ leiden.

Rond 6h30 vertrokken we vanuit de startzaal en stapten eerst een hele tijd over een aardeweg langs de spoorweg (Mons-Quiévrain) tot aan het station van Quiévrain. Hier was de eerste rust in het café “Le Rail”, gelegen rechtover het treinstation. We namen de tijd voor een koffie (in de startzaal was er geen koffie beschikbaar) en vervolgden wat later de tocht.

Nu liepen we richting Petit-Baisieux waar de volgende controle was in het café “Chez Mariette”, op de grens met Frankrijk. We vervolgden onze weg in de richting van Marchipont .

We volgden een ganse tijd de landsgrens, tot we uiteindelijk toch Frankrijk binnentrokken. Eerst liepen we door Sebourquiaux (met de mooie kapel Ste Marie Madeleine) en kwamen uiteindelijk aan in Sebourg na bijna 17km. Het was hier prachtig wandelen in de vallei van de Aunelle.

Vanuit Sebourg trokken we opnieuw in de richting van België en via Angreau kwamen we bij het Bois de Beaufort en de rotsformatie “Caillou-qui-bique”. Hier in het bos bloeiden de bosanemoon en de wilde narcis overvloedig.

In het “Chalet du Garde” was de volgende controlepost maar we stapten onmiddellijk door naar Gussignies. We passeerden opnieuw de landsgrens want het plaatsje ligt in Frankrijk. Op weg naar Bellignies (eveneens in Frankrijk) kwamen we voorbij de brouwerij van Gussignies en proefden in het café-restaurant “Au Baron” (http://www.brasserieaubaron.com) de lekkere “Cuvée des Jonquilles”.

Vanuit Bellignies ging het dan opnieuw naar Gussignies en het “Chalet du Garde” in Roisin. Dit dorp was vroeger bekend om zijn tabaksteelt (Fleur de Roisin).

We stapten verder door het “Bois d’Angre” naar Onnezies. De wandeling ging nu in noordelijke richting. Via Audregnies en de vroegere spoorlijn Dour-Roisin (nu RAVEL lijn 98A) kwamen we in Elouges.